Stillevens
Door de heftige commentaren op zijn werk met heiligenbeelden, besluit Jacques Frenken in 1968 op te houden met het religieuze in de pop-art stijl en creëert hij beelden met alledaagse onderwerpen. Zo maakt hij levensgrote witte stilllevens, zoals een keukenkast, boekenkast, flessenkast, supermarktkarretje, strijkplanken, vuilnisemmers, kratjes, dozen, etc. Hij vult zijn kasten met flessen, glazen, blikjes, potten, doosjes en ook verwerkt hij eieren, broden en fruit. Hij pakt alles in in linnen of katoen en schildert het wit. Zo ontstaan mooie, sobere vormen die doen denken aan de stillevenschilderijen van Morandi. Hij ziet zijn duurzame stillevens als een commentaar op de wegwerpmaatschappij. Als overtreffende trap pakt hij een Volkswagenbusje in en maakte hij een vuilnisbelt met honderden blikjes, doosjes en troep. In 1971 maakt hij een enorme vuilnisbelt in het zwart. In de jaren negentig knapt Frenken zijn witte stillevens op door ze bij te schilderen en voegt hij hier en daar wat kleur toe, wat zonlicht en schaduw, om het driedimensionale te versterken.